Ouderbetrokkenheid

Scholen zijn continu op zoek naar het vergroten van de kwaliteit van hun onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat het betrekken van ouders bij het onderwijs aan hun kind zorgt voor betere opbrengsten (Desforges & Abouchaar, 2003; Epstein, 2001, 2004; Hoover-Dempsey et al., 2005; Sardes, 2013; Smit, et al. 2006, 2007).

Dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen van wat gedaan kan worden om de ouderbetrokkenheid te vergroten en wat daarbij specifieke bevorderende en belemmerende factoren zijn. Hierbij is de onderzoeksvraag: Hoe kan de ouderbetrokkenheid op basisschool De Flint, Borgloschool en Martinus Twello worden verbeterd, rekening houdend met de in de literatuur als succesvol beschreven activiteiten en de daarbij behorende bevorderende en belemmerende factoren? geformuleerd.

Uit de bestudeerde literatuur is gebleken dat een visie en beleid op ouderbetrokkenheid, startgesprekken, ouders frequent en tijdig informeren en huiswerk succesvolle activiteiten zijn en significant bijdragen aan een grotere ouderbetrokkenheid. Per activiteit is in kaart gebracht welke bevorderende en belemmerende factoren een rol spelen. De uit de literatuur gedestilleerde factoren zijn getoetst op elke deelnemende school middels interviews bij de directeur, zes leerkrachten en acht willekeurig gekozen ouders. De hiervoor opgestelde interviewleidraad bestond uit open vragen met als doel zo rijk mogelijke antwoorden te verkrijgen. Aan de hand van de gegeven antwoorden is in kaart gebracht in hoeverre een bepaalde factor op een school aan de orde is. Op basis hiervan is voor elke school een op de bestudeerde literatuur gebaseerd advies geschreven met daarin beschreven welke factoren op voldoende wijze aan de orde waren en welke factoren nog aandacht behoefden.

Geconcludeerd kon worden dat elke school meer aandacht moest besteden aan ouderbetrokkenheid maar dat het per school verschilde waar de meeste aandacht naar uit moest gaan. Omdat slechts drie scholen uit dezelfde stad hebben meegedaan aan dit onderzoek, zijn de uitkomsten niet te generaliseren. Hiervoor is uitgebreider onderzoek nodig met een grotere steekproef. Ook een groter aantal te interviewen personen per school zouden de uitkomsten betrouwbaarder kunnen maken. Desalniettemin is per deelnemende school een redelijk tot goed beeld gevormd van hetgeen wordt ondernomen ten behoeve van ouderbetrokkenheid en op basis hiervan is een praktisch bruikbaar advies geschreven.